-
1 license
n. rijbewijs, vergunning; (het) verstrekken van vergunningen; permissie; veroordeling; artistieke vrijheid; wanordelijkheid; onbeteugeld--------v. verlenen van een vergunning; toestaan; vrijheid gevenlicense1→ licence licence/————————license2〈 werkwoord〉1 (een) vergunning verlenen (aan) ⇒ 〈 in het bijzonder Brits-Engels〉 een drankvergunning verlenen (aan); (officieel) toestemming geven voor♦voorbeelden: -
2 licensed to sell tobacco
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский